XXVIII Het woord van God

<< XXVII Kleinkinderen

Godfried is kerkganger in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Aarschot, het gehucht Ter Hoeve Testelt waar de priester tevens zijn oud-leraar was. De Zielenherder verleent Frie een opstap van het tijdelijke naar het goddelijke door hem hosties te laten uitdelen. Frie helpt deftig, plechtig, met diep ernstige ogen. De mensen van Ter Hoeve hebben zich altijd een beetje misbegrepen gevoeld zodat er een groot solidariteitsgevoel ontstond. Meer dan 150 mannen en vrouwen hebben samen gewerkt om met eigen kracht hun kerk te bouwen. De missen gaan verder in de Sint-Antonius kerk van Wolfsdonk en de Norbertijnen abdij van Averbode dat verbroederd is met het Sint-Michielscollege waar Frie op internaat was . Zo kent Frie goed de Abt Stappers of een oud-leraar prelaat door wie hij als leerling ten onrechte gestraft werd, krijgt de witheer te horen: „Meu ga zet allemeleeve ne slechte puiter geweest, ge zult verzekerst nie in den hemel terecht kome.“ Latinist Frie zingt de gregoriaanse gezangen mee. Na de mis mag Pieter in de winkel van de abdij telkens een cassette klassieke muziek uitkiezen.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 004_2k8-880x1024.jpg

Onze-Lieve-Vrouwekerk Aarschot – olie op canvas. Frie gaf aan kunstschilder Jos Tysmans (1893-1974), afkomstig uit Houthalen de opdracht dit schilderij te maken.

« Adversae res admonent religionem »
« Tegenspoed spoort aan tot godsdienst.  »

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is assiette.jpeg

Door middel van afbeeldingen op ‘Wedgwood’ schalen en borden maken de kinderen kennis met de Franse taal.

Voor het eten wordt er met God gesproken: “Wees gegroet Maria, vol van genade. De Heer is met u. Gezegend zijt gij boven alle vrouwen en gezegend is de vrucht van uw lichaam Jezus. Heilige Maria, moeder Gods vol van genade, bid voor ons armen en zondaars. Nu en in het uur van onze dood, amen.”

Godfried krijgt geen ingetogen begrafenis, in beperkte kring in het kerkje van Wolfsdonk waar hij om gevraagd had. Mia beveelt een ceremonie gelijk een staatsbegrafenis in de grote kerk van Aarschot met een formatie van erewachten oudstrijders met hun vaandels, klokgelui, ‘a busty diva’ die Passionen van J.S. Bach brengt maar ook de Koninklijke fanfare de Verenigde Vrienden wordt opgetrommeld. Die als slotstuk het Belgisch volkslied, de Brabançonne spelen moeten spelen:

‘O dierbaar België

O heilig land der vaad’ren

Onze ziel en ons hart zijn u gewijd.

Aanvaard ons kracht en het bloed van onze adren,

Wees ons doel in arbeid en in strijd.

Bloei, o land, in eendracht niet te breken;

Wees immer u zelf en ongeknecht,

Het woord getrouw, dat ge onbevreesd moogt spreken:

Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. (x3)’

De pastoor grijpt in en laat daaropvolgend de Vlaamse leeuw in zijn kerk weergalmen.

Het Woord van God tijdens de uitvaart van Godfried:

In die tijd zei iemand uit het volk tegen Jezus: ‘Meester, zeg aan mijn broer dat hij de erfenis met mij deelt.’ Maar Jezus antwoordde hem: ‘Man, wie heeft Mij over u tot rechter of verdeler aangesteld?’ En Hij sprak tot hem: ‘Pas op en wacht u voor alle hebzucht! Want geen enkel bezit, – al is dit nog zo overvloedig – kan uw leven veilig stellen.’

Hij vertelde hun de volgende gelijkenis: ‘Het land van een rijk man had een grote oogst opgeleverd. Daarom overlegde deze bij zichzelf: ‘Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn oogst te bergen.’ En hij zei: ‘Dit ga ik doen: ik breek mijn schuren af en bouw grotere: daarin zal ik dan heel mijn rijkdom aan koren bergen. Dan zal ik tot mijzelf zeggen: Man, je hebt een grote rijkdom liggen, voor lange jaren; rust nu uit, eet en drink en geniet ervan!’ Maar God sprak tot hem: ‘Dwaas! Nog deze nacht komt men je leven van je opeisen; en al die voorzieningen die je getroffen hebt, voor wie zijn die dan?’ Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.’

Lucas 12:13-21

Het voorlezen van deze parabel zorgt voor verontwaardiging en zal de pastoor achteraf duur komt te staan: Mia zal het beiaard-commitee waar Frie bestuurslid van was niet willen steunen. “Ik investeerr niet in uw sekte maarr Champagne kunt ge nu krijgen se.” De pastoor van Wolfsdonk wordt opgelegd een aparte mis te doen voor de notaris, niet samen met ander overleden parochianen die week. De Eerwaarde weigert dat, krijgt Mia’s uitbrander over zich en zij laat hem overplaatsen naar een andere parochie.

TEKST DOOR E.H. HUUB GERRITS.

Godfried Van Kerckhoven heeft van 1959 tot 1998 een succesvol notariaat uitgebouwd in Aarschot.  Een notaris die erg gewaardeerd werd om de tijd die hij nam om naar mensen te luisteren, hen steeds goede en wijze raad wist te geven, ook iemand die geen onderscheid maakte tussen rijk en arm, doodeerlijk was tegenover iedereen. Hij hield niet van gesjoemel. Hij werd vooral geapprecieerd om zijn eenvoud en zijn openhartigheid. Hij was een erg belezen man, die bleef studeren en ook elke maand tot voor kort deelnam aan de maandelijkse studiekring in Leuven. Hij had als notaris ook een intens warme band met zijn opvolger notaris Michiels. Notaris Van Kerckhoven zette zich ook met onverdroten ijver in voor het verenigingsleven, voor de fanfare, voor de Oudstrijdersbond, voor ziekenzorg. Hij vond het niet beneden zijn waardigheid om zieken te vervoeren naar hun bestemming. Voor zijn kinderen was hij veeleisend en streng. Hij was trots en fier dat ze hun weg gevonden hebben doorheen het leven. Hij kon tijd maken voor zijn kleinkinderen. Dat waren zijn oogappels. Wanneer ze bij hem over de vloer kwamen, glunderde hij van genoegen en straalden zijn ogen van geluk.  Godfried was voor velen een goede rentmeester, een bekwame rechter en een eerlijke bemiddelaar.  Hij heeft op deze aarde geen schatten verzameld voor zichzelf.  Wij blijven achter met wondermooie herinneringen aan een edel mens, die schitterde door zijn eenvoud en minzame glimlach, door zijn stralende warmte en door zijn ongedwongen hartelijkheid en diepmenselijke wijsheid. 

E.H.  Gerrits – Aarschot – 2013

Vertaling van voorgaande tekst:

TEXTE SUIVANT PAR LE PÈRE HUUB GERRITS. De 1959 à 1998, Godfried Van Kerckhoven a dirigé de main de maître une étude de notaire à Aarschot. Très apprécié parce qu’à l’écoute des gens, il donnait toujours des conseils avisés et ne faisait pas de différence entre riches et pauvres, incroyablement honnête envers tout le monde. Il n’aimait pas les faux semblants,  il était surtout apprécié pour sa grande simplicité et ses qualités de coeur. C’était un homme lettré, qui continuait à étudier.  Me Van Kerckhoven s’impliquait avec beaucoup de rigueur et de vigueur dans la vie sociétale. On ne faisait pas appel en vain à sa générosité.   Pour ses enfants il était exigeant et sévère.  Il était fier qu’ils aient trouvé leur chemin dans la vie.  Il consacrait beaucoup de temps à ses petits enfants qu’il adorait. Il n’a pas cherché à s’enrichir.  Nous gardons de lui le souvenir d’un être noble et profondément humain. Le Père Gerrits – Aarschot – 2013

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_2234-225x300.jpg

dodenbel van Frie

Tijdens zijn jeugdjaren vergezelt Frie de pastoor-deken van Aarschot, om de overledenen te zegenen. Voor de laatste sacramenten is het te laat. God heeft het ondertussen overgenomen. Frie symboliseert God door de straten van Aarschot al luidend zijn dodenbel.
Naar het einde toe haalt Frie deze dodenbel terug boven, om Mia op te roepen als hij iets nodig heeft!

Volgende tekst door Zijne Excellentie Gunnar Riebs.

Ik vergezelde wijlen Z.E.Heer Jos Goor bij het dragen van de communie. Aanvankelijk gingen we te voet. Later met de wagen en Notaris Van Kerckhoven was chauffeur. Het was telkens een plechtig moment.
“Gij zijt priester in eeuwigheid”, zegt de psalmist. Iets van die eeuwigheid hing altijd over Mijnheer Goor, zoals men hem gemeenzaam aansprak.
Voor de ziekencommunie was Mijnheer Goor in priestertoog – die hij overigens zijn hele leven dagelijks gedragen heeft- en verder superplie, stola, schoudervelum en baret. Onder het schoudervelum het Allerheiligste, opgeborgen in een pyxis.
De priester zat naast de notaris, ik achteraan  met corporale in een bursa en klaar om de deur van de wagen te openen.
In de huizen waar we de communie brachten, was de tafel als een altaar: een prachtig tafelkleed,kruisbeeld met twee brandende kaarsen.
Verder twee bekers, een eerste met wijwater met palmtak. “Heer, zegen dit huis en al zijn bewoners” – zo begon de priester- en zegende met wijwater.
De andere beker met gewoon water voor de ablusie, na het uitreiken van de communie.
Op een schotel lagen een paar fijne sigaren voor Mijnheer Goor en – tot mijn grote vreugde – een muntstuk voor mij.
Notaris Van Kerckhoven had een lijstje met de adressen, want uit eerbied voor de aanwezigheid van God zelf in het Allerheiligste,   gebeurde de hele tocht in stilte. Ik besef echt wel dat -wanneer men dit vandaag leest- het een verhaal is uit een andere eeuw, letterlijk en figuurlijk.

Gunnar Riebs, Consul-Generaal (H) van de Slovaakse Republiek.

Zijne Excellentie Gunnar Riebs, Prins Karel Graaf van Vlaanderen en E.H. Jos Goor (1979)

De in zwart soutane geklede Eerwaarde was in Aarschot gekend als ‘de vliegende cigaar’. Al rokend reed Eerwaarde Heer Goor dagelijks door Aarschot met zijn groene Honda bromfiets. Regelmatig komt hij polshoogte nemen over het notariaat en het gezin van Frie. Frie spreekt de Eerwaarde aan met “Meniejer Goewer” en overhandigd hem een kist cigaren.

Quand il s’agit d’argent, tout le monde est de la même religion.

Voltaire (1694-1778)

Deze 19de eeuwse gravure van de Onze-Lieve-Vrouwekerk Aarschot hing in het kantoor van Frie

Frie sluit zich aan bij de filosofie van hoogleraar Etienne Vermeersch (1934-2019). Frie is een vrijdenker die naar de kerk gaat uit traditie. Hij gelooft niet in het hiernamaals en is voorstander van abortus en euthanasie. De rijke notaris is als de dood om levend begraven te worden en wilt niet op een katholiek kerkhof terecht komen maar in de tuin uitgestrooid worden. Zelfs een grafzerk met roepgaten en kijkraam komt niet in aanmerking want Frie zag macabere beelden van een man die levend in een doodskist belandde. Het tafereel speelde zich af in een thriller. Hij stemt vanaf 1961 voor de PVV (Partij voor Vrijheid en Vooruitgang). De naamswijziging door VLD (Vlaamse Liberalen en Democraten) vindt hij een achteruitgang.

Octopus Dei

Het boek ‘Octopus Dei’ kentert Frie’s denkbeeld over de kerk.

In 1992 licht Pieter de inhoud van Aster Berkhof’s ‘Octopus Dei’ toe aan Frie die er smalend op reageert tot hij het zelf leest. De studentenjob als treinbegelieder-couchettiste bij Wagons-Lits brengt Pieter in Rome waar een geestelijke van het Vaticaan hem een samenwerking met verblijf aanbiedt. Frie panikeert en smeekt niet meer naar het Vaticaan te gaan.

De gepensioneerde notaris als bisschop verkleed en Ann Eyskens, de echtgenote van de minister.

“Als er dan toch niks van aan is” verandert Frie van kamp: De abt van de abdij van Averbode leent aan Frie zijn kazuifel, mijter en staf. Als bisschop verkleed meet hij zichzelf de onbarmhartige wreedheid van de afwezige God aan om schulden te belijden van gasten op feesten.

“Luit ze mui binne koome (stilte) de vremde soot. M’n kleinkindere zullen er nog kunne teege vichte. Ik zal ‘t nemieje meemuike. Dui teege zal’ek piejer kiek zaan. (stilte) Lacht er mui mee joeng. Ge zult nogal is e bekke verschiete.” – Frie

Over Godfried Van Kerckhoven. 

Het is zo mooi. Een godsgeschenk haast. Als je al wat ouder wordt om verbaasd te zijn over de ontmoetingen die je hebt. De mensen die je tegenkomt. En tegen mocht komen. Boeiende jonge mensen van wie je zoveel kan leren. Maar ook oudere mensen die je wat van dichterbij mag leren kennen. Zo was het erg fijn om af en toe notaris Van Kerckhoven tegen te komen. Vaak op het wegje tussen de Demervallei en de Grote Markt. Beiden een beetje gehaast en toch bleven we staan. Immer was er zijn monkellachje om de mond. Zacht en blij mij te zien. Ook ik was blij hem te zien. Ook een beetje verbaasd dat hij tijd nam om met mij te praten. Ik eenvoudige ziel, hij burger van stand. En toch, we vonden elkaar. Ik weet niet meer wanneer we elkaar voor het eerst spraken en waarover dat het ging? Het moet ongetwijfeld te maken gehad hebben met een of ander artistiek project. Of iets met de kerk. Of iets met beiden. Het gieten van klokken voor Sint-Pieter bijvoorbeeld. Wat ik ook met hem besprak, hoe raar het idee ook, hoe eigenaardig de vraag ook was, steeds luisterde hij met volle aandacht. Het lachje gebeiteld, de blik ernstig zoals het een notaris past. Niet dat hij meteen in de geldbeugel dook. Hij wilde eerst overal het fijne van weten. Wat en hoe en waarom. Met sommen jongleerde hij deskundig. Natuurlijk kende hij de waarde van het geld. Hij begreep als geen ander wat men er moest voor doen. En als alle zijden van het vraagstuk waren besproken, en het zinde hem, dan was hij vrijgevig en gul. Maar daar bleef het niet bij. Bij een volgende ontmoeting vroeg hij uitgebreid hoe het was, de stand van zaken. Met echte belangstelling in het project maar vooral in de mensen. 

Ik vind het een voorrecht hem te hebben gekend. Ik koester onze kleine, vluchtige kostbare momenten. Hij was een groot man! 

Dankjewel notaris Van Kerckhoven. Dankjewel Godfried.

Josée Lehon – kunsthistorica

Josée Lehon – kunsthistorica en Pieter (2019, Parijs)

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is PIE_8486-694x1024.jpg

In dit portret dat Pieter in Hamburg laat maken, poseert hij als de doodserieuze, moderne gay. (2020)

“De familie van Kerckhoven heeft een lange traditie van werken, sparen en bidden. Gij hebt daar nog niks van gedaan!” – Frie “Werken is alleen zinvol als het bijdraagt aan het welzijn en het welbevinden van de werkende mens.” – Pieter

Holebi’s zijn ook kinderen van God

Zoon Pieter blijkt de tegenpool van zijn vader. Binnen het gezin hangt een omerta over zijn homoseksualiteit. Om een raadselachtige reden verbetert naar het einde toe zijn ‘Umbruchkompetenz’ (vermogen om met ingrijpende veranderingen om te gaan). Hij keert zijn kar en is verheugd over de relatie tussen zijn zoon Pieter en Christophe Coineau uit Parijs.

Pieter en Christophe (2010)

« Vereri perdidit »
« Hij heeft verleerd zich te schamen » – Platus

Op 8 augustus 2013 treedt Pieter het rijk van de vaderlozen binnen.

Vader weet dat de dood eraan komt. De laatste jaren houdt Mia hem letterlijk en figuurlijk overeind. ”Hij’s verslete joeng. Zie mui da ge uven tellefon oepnemt, annes is em al begruive veu da get wet. ‘T zal rap oep zaan, teege dat em doewed zal zaan. Guit er mui rap ne Porsche mee koewepe. ” – Frie

I Inhoud

AARSCHOTTENAREN

Copyright Pieter.fr