IX Echtgenoten zijn zo tijdrovend

<< VIII Reserve broertje

Dit zijn de zeven suikertantes van Frie die onbuigzaam een zware stempel drukken op het gezin van zijn ouders. Centrale vraag: domineren zij uit onzekerheid, of wegens een trauma uit het verleden, of om zichzelf beter te voelen? Wie zal het zeggen.

De zeven dochters schrijven de oude Herman noblesse van houding en grandeur toe maar zijn vastbesloten niet te willen zorgen op zijn oude dag. Hij wordt bij de moeder van Frie geparkeert. Ze laten het archaïsche, patriarchische en Victoriaanse verhaal van de negentiende eeuw achter zich. Na de Eerste Wereldoorlog en de Spaanse Griep in 1918 volgen de originele roaring twenties. Les Demoiselles vormen het werkhuis van hun vader om tot confectiezaak met de naam ‘Gezusters Van Kerckhoven’. De zusters kiezen er bewust voor om zelfstandig te blijven, niet onderworpen aan een man. De jaren twintig zijn typerend voor de opkomst van jazz, radio, het vrouwenstemrecht en nog andere sociale omwentelingen. Nieuwe radicale kunststromingen zoals het surrealisme komen op.

Het worden allen vrome en gewiekste zakenvrouwen in Aarschot en Leuven.

DE SUIKERTANTES DIE IN AARSCHOT BLIJVEN:

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is DSCF8285-821x1024.jpg

Clara (…-1951)

Het kopstuk van de tantes in Aarschot . Clara had een bijzondere uitstraling.  Toch is haar naam minder blijven nazinderen dan die van andere tantes als Margueritte of Josse. Dat kwam omdat zij altijd werkte en discreet was.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is DSCF0976-2k-730x1024.jpg

Sylvie (1878-1949)
De Aarschotse mystica Sylvie. “Ik moet eerlijk zijn: de interesse in mijn familie komt ook deels voort uit wat mijn vader, ooms en groottantes menigmaal herhaalden over Sylvie: hoe diep menselijk zij was, de belichaming van puur engagement en grote levensvreugde. Haar leven stond in teken van opoffering. Zij was heel aanwezig in de winkel die draaiende gehouden diende te worden. Sylvie was in haar leven getuige geweest van twee wereldoorlogen en de Spaanse griep, een pandemie die een deel van de Europese bevolking wegvaagde. Daarbij bracht ze ook nog eens een groot deel van haar leven door bij een zeer strenge vader. Oorlog is slecht, bidden is goed: Sylvie ging elke ochtend naar de kerk en wekelijks biechten. Als godvrezende Sylvie een zonde vergat op te biechten, dan maakte zij rechtsomkeer en ging opnieuw in de lange rij staan. Ik kan het niet laten: sinds mijn jeugd raak ik betoverd door Sylvie en staat haar portret in mijn kamer. Sylvie opent mijn ogen voor aspecten van de werkelijkheid, waar ik tot dusver blind voor was. De liefde straalt van haar gezicht.“ – Pieter

Deze Vlaams laat-Gotische biechtstoel is Sylvie’s geheime kamer waar zij uren besteedt aan het bereiken van een waarlijk contact met God.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_E1197-hdmi-e1592042906556-198x300.jpg

Maria (….-….)

Frie proeft graag van de mysterieus lekkere gerechten van liefheber-kok Maria.

Tante provocateur Josse (1899-1981) stoort zich aan de etiquette in Aarschot. „Waarom moeten meisjes een jurk dragen? Ik vind het niet mooi.”

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_E1201-867x1024.jpg

juffra Josse  uit Aarschot van wie we nog veel zullen horen. 

Identiteitskaart van Josephina

“Juffra Josse” verkoopt broeksriemen, hoeden, baretten en handschoenen, zowel voor dames als voor heren. Deze zijn duurzaam en van oudsher gemaakt in jagerskleuren in Oostenrijkse stijl, zonder veel poespas. In de winkel staat een houten hand om de handschoen over te trekken, zodat de handschoen open gaat. Josse gebruikt talk, zodat de lederen handschoenen vlot over de hand glijden. Ze is gretig om met de kassaomzet aan de haal te gaan en om deze uit te delen aan mensen in kwetsbare situaties. De ontevredenheid bij haar zussen neemt toe en ze worden verplicht de kassa te vergrendelen en om de sleutel te verstoppen. Josse tilt zwaar aan de restrictie. Ze zet eigenhandig haar beroep ‘Handelaarster’ op haar identiteitskaard tussen haakjes en vervangt het door ‘geen’.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is DSCF8297-757x1024.jpg

Tante Josse (1899-1981) (foto: 1976)


Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkt Josse als vrijwilligster bij de Grauwzusters van het Gasthuis in Aarschot. Joske kuist de vloer die telkens met bloed van de vele gekwetsten besmeurd wordt.

Josse neemt het op voor de knoestige kapoen Frie, die zich verzet tegen de betutteling van zijn ouders. “Os Frieteke” (onze Frie) mag vaak mee naar Aarschot kermis, Leuven kermis en de Zuidfoor in Brussel. Op de trein deelt Josse sigaren uit aan passagiers!

Josse is een roemruchtig figuur in Aarschot. Rechttoe rechtaan of ongemanierd, het is maar hoe je het bekijkt. Grappige en humeurige Josse spreekt ‘Osschots’. Als vrouw kleedt Josse zich niet naar de heersende kledingnorm en zij rookt sigaren: vrij ongezien in Aarschot. In grote Europese steden zijn gender en identiteit vloeibaarder dan in het provinciestadje Aarschot. Josse heeft een geheime liefde, een vrouw uit de Tuinwijk. Josse en haar vriendin besluiten uit de kast te komen en willen gaan samenwonen. De familie is fel tegenstander en wilt ook vermijden dat er misbruik gemaakt wordt van de vrijgevigheid van Josse. Tolerantie is niet de norm waar het gaat om homorechten. Tegen de categorische ‘njet’ van de familie-clan der Van Kerckhoven kan Josse niets beginnen. Er wordt tegen haar gedreigd met juridische maatregelen. De toekomst oogt onzeker voor Josse. Zij zwicht voor de druk en wordt helaas verplicht de relatie abrupt te beëindigen. Met een diepe zucht en zichtbare tegenzin accepteert zij alsnog de wil van de familie en keert ze terug naar het gekooide leven in de Leuvensestraat nummer 5. “On ne peut avoir en même temps, femme et bénéfice.” Haar stemmingswisselingen, die daar waarschijnlijk een direct gevolg van zijn, zijn niet te pareren. In Aarschot spreekt men met een neerbuigende toon over haar. Toch krijgt Josse ook erkenning, want haar ideaal is al die jaren hetzelfde gebleven: zich inzetten voor mensen die wankelen boven een afgrond van armoede. Zij geeft hen niet alleen veel geld maar ook gebak en drankjes. Josse is dol op vogels en praat met hen. “Pas alsjeblieft op, mijn kleine zusters, voor de zonde van ondankbaarheid, en zing altijd lof voor God.” De vogels luisteren aandachtig naar alles wat Josse te zeggen heeft en krijgen van haar elke dag twee verse broden te eten! Dominique Jackson, zei: I am human, we are human , I am not going to ask for your acceptance, tolerance or respect, I am going to take it because that is my human right to be respected as every other human being.”

Josse en ere-burgemeester Rutten van Kinrooi, de grootvader van burgemeester van Aarschot Gwendolyn Rutten (1976)

Josse (1976)

Uitdagend, overmoedig maar eigenlijk ook charmant.

ANEKDOTE DOOR CHRISTINE SAS:

Tante Jos en de mis van zaterdagavond:

“Lang geleden, de zestiger jaren, was het altijd feest voor mijn vriendinnetje Margit Van Osta (halfzus van An Van Kerckhoven) en mij om elke zaterdag naar de avond mis van half 8 te gaan in de Grote Kerk van Aarschot.

Ja, destijds waren dat nogal eens belevenissen en zeker omdat Tante Jos meeging!

Huppelend, zij aan zij van tante Jos, was de eerste stop weliswaar “De Kleine Snoepwinkel” op de hoek van de Kardinaal Mercierlaan en de Bonenwijk naast het huis van Angèle Carmen.

Tante Jos gaf ons strikte orders: “laat een grote zak vullen met veel snoep om direct in de mond te kunnen stoppen kinderen!”

Cuberdons, allerhande spekken, Frutella’s, gommetjes en jappekes… vul maar aan! Met onze buit, goed verstopt in tante Jos haar mantel …hup naar de kerk!

Ze koos altijd de zijbeuk, dat viel dan minder op als wij met onze kauwende monden de mis volgden (of beter gezegd de gevulde snoepzak volgden?)

Zo was het ritueel, tante Jos in het midden, wij aan beide kanten en zij deelde non stop snoep uit tot grote verbazing van de onder-pastoor de eerwaarde Heer Goor, die af en toe een schuine onrustige blik in onze richting wierp.

Maar tante Jos liet zich door niks afleiden en snoepte gezellig verder … tot groot jolijt van Margit en mij! Onvergetelijk!

Tante Jos en de juwelenkist:

Margit en ik gingen graag op bezoek bij de tantes : Tante Jos en Tante Elvire in de Leuvensesstraat N°5 te Aarschot.

Mijn éérste bezoek was wel heel bijzonder. In de woonkamer, rijkelijk gedecoreerd zoals het voorname tantes behoorde, lag een dik stevig Perzisch tapijt wat je normaal op de vloer zag liggen.

Op een regenachtige namiddag, Margit en ik zittend aan de grote tafel, haalde Tante Jos een prachtige forse antieke houten kist uit de dressoir kast en plaatste deze paraderend in het midden van de tafel.

“Kijk eens kinderen wat ik hier heb ? !” En ze opende met veel toewijding de grote juwelenkist. Wij staarden naar de overvolle schittering waarna Tante Jos ons alles één voor één liet bewonderen en aanpassen met onze kleine kinderhandjes.

We hadden met z’n allen de grootste pret die zaterdagmiddag in het gezellig warme huis van deze heerlijke tantes!” – Christine Sas (2023)

DE TAN(D)TJES DIE NAAR LEUVEN UITWIJKEN

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_E1192-703x1024.jpg

Margaretha (1890-1960)
Topverdiener tante

Margaretha is een ‘grande dame’ die barst van strijdlust. Ze staat pal achter de zaak en pal achter Frie en zijn broers. Als leidende stem neemt zij het initiatief om een tweede zaak op te starten in Leuven op de Oude Markt. De twee wereldoorlogen maken er een moeizaam project van, omdat de economie twee keer wordt stilgelegd. Dan zit het personeel thuis, en zijzelf vaak ook. Het zijn ongekend ingewikkelde periodes om zaken te leiden. Margaretha geeft zich zomaar niet gewonnen. Vooral de saamhorigheid en samen de schouders eronder zetten zorgen ervoor dat deze topvrouw, ondanks crisissen, van de zaak in Leuven een bron van welstand maakt.

Identiteitskaart van Margaretha

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_E1191-686x1024.jpg

Bertha (1894-1963)
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog gaat het niet goed met deze tante van Frie. Zij aanschouwt de enorme ravage van de bombardementen. Door een posttraumatische stressstoornis belandt Bertha voor de rest van haar leven in een rolstoel.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_E1195-hdmi-e1592042969355-773x1024.jpg

Elvire (1900-….)
Elvire studeert aan het internaat te Laken, in een hoogaangeschreven kloosterschool van de zusters, alleen open voor ‘jonge juffrouwen uit den netten stand’. Elvire staat daar onder de hoede van haar oom (oorlogswees Richard Vermaelen) die daar de functie van pastoor toegewezen krijgt. Later draait zij mee in de zaak in Leuven en zorgt voor de etalage, wat zij “de veu doen” noemt.

Elvire was geestig en spits en levenslustig

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is van-kerckhoven-famille-dscf8283-2k5-824x1024.jpg

Elvire (1900-….)

Diamanten zijn voor de puisssant rijke Elvire een appeltje voor de dorst. Zij geeft er graag véél geld aan en tijdens de oorlogsvlucht neemt ze de edelgesteenten in haar jurk ingenaaid mee.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is DSCF2061-2k-775x1024.jpg

Elvire, oud maar nog altijd scherp (1976)
Omstreeks 1977 interviewt Pieter zijn groottantes met een cassettebandje:

Er hangen niet alleen heel wat peperdure juwelen vast aan Elvire, maar ook het verhaal over de wreedheden in Aarschot tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zij is op het autistische af gedetailleerd in haar vertellingen. Elk flinterdun detail kennen wij over wat gebeurd was in Aarschot tijdens WO I en WO II.

„Al de mannen van de Martelaerenstraat werden uit hun huizen gehaald en doodgeschoten, waaronder oom Richard.
Op 28 augustus 1914 werden wij opgesloten in de Onze-Lieve-Vrouwekerk terwijl de stad systematisch werd geplunderd en platgebrand. Na tevergeefse pogingen om de kerk in brand te steken met vele Aarschottenaars daarin moest onze familie onder dwang te voet naar Leuven waar wij in een stal met stro werden ondergebracht. Officieren rookten sigaren en lieten al lachend de brandende assen in het stro vallen.“ – Elvire

Elvire is fan van tenor Rudolph Shock, mist op tv nooit het Nieuwjaarsconcert in Wenen hoewel het sinds het vertrek van ‘das Wunder’ Karajan fel achteruit is gegaan volgens haar. Elvire is gepassioneerd over de in 1967 verfilmde televisieserie: ‚The Forsyte Saga’ , over een arrogante victoriaanse familie.

https://youtu.be/ZWIQDNX9rWY

Pastoor deken Berghmans brengt Elvire wekelijks de communie aan huis en ontvangt daarvoor 200,- frank, een kist met 25 Corps Diplomatique sigaren aan 16,- frank het stuk en 2 pakken Côte D’or melkchocolade voor de zusters van het Instituut Sancta Maria. Met de hulp van een pint Tuborg neemt Elvire met jichtige hand het super droge Lichaam van Christus tot zich.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is van-kerckhoven-DSCF6867-3k-1024x673.jpg

Arthur met zijn zeven zussen op stap en hun vertrouwde attributen van welvaart en aanzien: mooie auto’s, juwelen, bont en Champagne in zilveren bekertjes voor onderweg.

Als er nog iets of iemand ontbreekt op de familieportretten, dan is het de moeder van Frie. Clementina wordt telkens over het hoofd gezien. Ze verkoopt van maandag tot zondagmiddag stoffen en bontmantels voor het maximaal financieel veilig stellen van haar zonen en hun nakomelingen. Zij voelt zich door de tantes liefdeloos benaderd. Tante Josse maakt en ontwikkelt zelf de foto’s.

Eén ding is wel duidelijk: De machtige relaties van de tantes helpen Frie en zijn broer die geneeskunde studeert vooruit. De universiteit was veel kleiner dan vandaag en aanvankelijk franstalig. Onder de professoren waren heel wat geestelijken.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is van-kerckhoven-famille-dscf8300-2k5-797x1024.jpg

Kanunnik J.B. Van Buggenhout hoogleraar emeritus (1875-1952)

Professor Van Buggenhout woont in bij de gezusters Van Kerckhoven in Leuven. Er wordt voor Van Buggenhout een kapel ingericht. Alleen fiere Elvire mag de kapel onderhouden. De tantes houden zielsveel van hun logé de kanunnik.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is DSCF2037-2k-1024x622.jpg

De kapel bij de tantes thuis

Het kruisbeeld op het altaar werd door Guy Van Kerckhoven geschonken aan de kerk van Le Contadour in de Provence.

Van Buggenhout geeft Chemie aan de eerstejaars van de faculteit Geneeskunde. Hij is een geweldige wijnliefhebber en organiseert regelmatig een wijnavond bij de juffrouwen Van Kerckhoven. De bekende Leuvense wijn-firma Boon-Hecking uit de Vaartstraat levert de wijnen. Bij die gelegenheid nodigt hij zijn collega’s van de faculteit Geneeskunde uit, o.a. oogspecialist professor Appelmans, bijgenaamd ‘den Oogappel’. Zowel tegen zijn studenten als tegen de juffrouwen Van Kerckhoven herhaalt ‘den oewegappel’: « Kaak in maan oeweg. » Ook zijn broer René, professor Chirurgie, bijgenaamd ‘de Pisappel’ wordt uitgenodigd. ( Er werd toen geen onderscheid gemaakt tussen chirurgie en urologie. Het was een ondergeschikte oriëntatie in de Chirurgie). Zij kwamen daar regelmatig op bezoek. De ‘Weinstube’ van de tantes is welbekend op de faculteit Geneeskunde in Leuven. Kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders uit Mechelen zijn ook vaste gasten bij de tantes van Frie.

„De mannen van Mechelen kwamen in ‘t mauve gekleed in limousines met chauffeurs de Oude-Markt opgereden. De geburen waren telkens onder de indruk.“ Elvire

Met de regelmaat van de klok herhaalt Elvire wat sleutelfiguur den Bug zei:

  • Und so geht alles for über und so geht alles vorbei, maar een stukje taart dat kan er nog wel bij!
  • La vie est amère et les pommes de terre sont chères! (Bedoelt hij „et les femmes sont chères”?)
  • Twintig jaar groeien, twintig jaar bloeien, twintig jaar stilstaan en twintig jaar vergaan.
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is DSCF1002-2k-1024x671.jpg

V.l.n.r.: Margaretha, ?, Jos, Bertha, ?, Maria, Clara, Sylvie, kanunnik Van Buggenhout, Paul, Frie, Arthur, Elvire

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is DSCF2036-2k-1024x566.jpg

V.l.n.r.: Frie, professor Van Buggenhout, Elvire, … ?…

In 1960 keren Elvire en Bertha in rouw-atmosfeer terug naar het ouderlijke huis te Aarschot, waar Josse overgebleven is, na het overlijden van hun zus Margaretha. Maar wat in het vat zit, verzuurt niet. Elvire hangt rechts van de schoorsteen een portret van zichzelf en links van de schoorsteen een van professor Van Buggenhout aan de muur. Wanneer Elvire eens wrok koestert tegen den Bug, dan wordt zijn portret vervangen door dat van de paus. Tussen de zussen en hun kanunnik was het als een tragikomedie van ego en nijd geweest. De kerkgemeenschap heeft geld, kunst-en zilverwerk van hen ontfutseld. Maar wanneer de paus op de televisie verschijnt, dan roept haar zus in extase naar Elvire: „Vie, mokt da ge hie zet, de poos oep tellevies!“

X Studies >>>

Copyright Pieter.fr